Wassenaar

Groen Weetjes van Wim Westgeest - herfst

Herfstframboos snoeien. 

Bij herfstframbozen worden aan het einde van de winter of in het vroege voorjaar alle takken tot aan de grond weggesnoeid. Wanneer de struik in het voorjaar uitbundig uitloopt, kunt u in juni de overtollige grondscheuten weghalen. Laat per strekkende meter ongeveer tien tot veertien stengels staan en bind ze aan. Verwijder de rest tot aan de basis.

Bomen en struiken in de herfst.  

We denken dan niet alleen aan in vele tinten verkleurend blad maar ook aan herfstbloeiende bomen en heesters, bomen en struiken met vruchten/bessen en bomen/struiken met opvallende takkleuren. Nu is het bladseizoen alweer achter de rug, maar nog belangrijker is dit winterseizoen waarin er geplant moet worden. De keuzes die gemaakt worden zijn onder meer afhankelijk van de beschikbare ruimte in de tuin of erf. In dit artikel gaat het vooral om kleine bomen en struiken. We beginnen met het assortiment kleine esdoornbomen/-struiken behorend tot de vele cultivars van de Acer palmatum en japonicum met spectaculaire herfstkleuren. Algemeen bekend is het krentenboompje (Amelanchier) met een knalgele herfstkleur en die ook nog eens rode bessen draagt.

Een grote groep vormen de Kornoeljes (Cornus) met zowel prachtige herfstkleuren, als vruchtjes (Cornus kousa) als vuurrode takken (Cornus alba sibirica). De kardinaalsmuts (Euonymus) heeft in het duingebied een natuurlijke habitat en de cultivars zijn zeer gewild vanwege de bijzondere vruchten en de herfstkleuren. De mooiste kleur heeft de selectie E. alatus, vuurrood, met bijzondere takken met kurklijsten. De toverhazelaar (Hamamelis) toont na de bladval prachtige bloemetjes variërend van geel tot rozerood. De herfstkleuren variëren van geel tot oranjerood. Familie van de toverhazelaars is de soort Fothergilla, de struik bij uitstek als het gaat om herfstkleuren in alle tinten tussen roze en rood. De amberboom (Liquidambar) kan in de herfst een scala van bladkleuren vertonen van geel, roze tot donkerpaars, afhankelijk van de selectie. Nog een topper namelijk de Parottia, kleine boom dan wel brede struik met een wijnrode herfstkleur.  De viburnumsoorten (sneeuwbal of Gelderse roos) staan garant voor struiken met herfstkleuren en vruchten. Bekend zijn de Viburnum plicatum en de V. betulifolium cultivars met de schitterende bessentrossen en het rode herfstblad. Vanwege de noodzakelijke bestuiving moeten er meerdere exemplaren worden aangeplant.

De-alles-in-een-haag                                                           

Het planten van een haag volgens de regels geïnspireerd door de natuurlijke ecosystemen, betekent dat er gewerkt wordt met een variatie aan soorten. In deze haag zijn de volgende soorten opgenomen: 

  1. Sleedoorn (prunus Spinoza). Bloeit vroeg op het kale hout en de witte bloempjes kun je drogen voor een geneeskrachtige thee en van de bessen kan sap gemaakt worden.
  2. Appelbes (Aronia melanocarpa) met trosjes paarse bessen waarvan sap of jam gemaakt kan worden.
  3. Gele kornoelje (Cornus mas) is belangrijk als bijenplant en de eivormige rode bessen zijn geschikt voor jam of een drankje.
  4. Hazelaar (Corylus avellana) met de decoratieve katjes en noten in de herfst.
  5. Duindoorn (Hippophhae) met de oranje bessen, rijk aan vitamine C. Omdat de struik 2-huizig is, moeten mnl. en vrl. planten gebruikt worden.
  6. Egelantier (Rosa rubiginosa) een bloemrijke inlandse roos met vitaminerijke bottels bijv. voor de thee.
  7. Krentenboom (Amelanchier) met eetbare rode besjes voor de vogels.
  8. Vlier (Sambucus nigra) waarvan de grote witte bloemschermen zelfs gefrituurd kunnen worden en van de bessen maakt men compote en zijn gekookt heel smakelijk.

Voor dieren biedt dit type haag vele mogelijkheden. Zo vinden de vogels er een schuilplaats, en de bijen nectar. De haag biedt privacy en beschutting tegen wind. De variatie in planten maakt de haag visueel aantrekkelijk, in het voorjaar door de bloei en vervolgens door de diverse bladvormen en-tinten, daarna de bessen en in het najaar de herfstkleuren. Er kunnen soorten aan de haag worden toegevoegd bijv. de Gelderse roos, Meidoorn en groenblijvenden zoals Ligustrum. De plantafstand van de struiken mag variëren, hoe meer ruimte er is, des te verder kunnen de struiken uit elkaar geplant worden.

Overwintertips  voor kuipplanten   

Stop op tijd met bemesten. Het is belangrijk om de planten vanaf augustus alleen nog mest met een laag stikstofgehalte (N) en relatief meer fosfor (P) en kali (K) en vanaf september helemaal niet meer bemesten.

  1. Zorg dat de potkluit niet te nat wordt. Als de planten met een natte potkluit naar binnen gaan bestaat de kans dat de wortels gaan rotten. Zet ze daarom eerst een tijdje onder een afdak.
  2. Breng de planten zo laat mogelijk naar binnen. Planten die lang buiten blijven staan zijn weerbaarder 
  3. Bedenk dat de wortels extra kwetsbaar zijn. Zij zijn minder goed bestand tegen de vorst dan de bovengrondse delen en dat geldt des te meer voor kuipplanten . Het inpakken van de kuip is een optie.
  4. Bescherm de kuipplanten tegen uitdroging. Vrijwel alle kuipplanten zijn bladhoudend en dat maakt ze gevoelig voor uitdroging, vooral bij een schrale oostenwind. Zolang de kuipplanten buiten blijven staan zorgen voor een beschutte plek en bij droogte af en toe water geven .
  5. Kies de juiste overwinteringsplek. Geschikte overwinteringsplekken voor bladhoudende kuipplanten zoals oleander of callistemon, zijn een kasje of een koele Kramer. Bladverliezende soorten zoals knolgewassen kunnen ook in het donker overwinteren.
  6. Kouder of warmer?. De meeste kuipplanten verlangen een temp. tussen de 5 en de 12 graden, maar sommigen willen het kouder of warmer. Op de site van de kuipplantenvereniging (www.kuipplantenvereniging.nl/overwintering) staat een lijst met per soort de overwinteringseisen op het gebied van temp. licht en waterbehoefte
  7. Neem zonodig extra maatregelen. Over het algemeen is een iets te warme ruimte minder schadelijk dan wanneer het langdurig te koud is. Als hiervan sprake is, omwikkel dan de planten (luchtig) met vliesdoek.
  8. Geef matig water. Maar let er wel op dat de planten niet verdrogen. Vaak ontstaan er eerder problemen door nattigheid dan door droogte.
  9. Uitbesteden kan ook. Heb je geen geschikte ruimte voor de kuipplanten, dan zijn er ook overwinteringsadressen bij kwekers en tuincentra tegen betaling.

 

Klimaatvriendelijke toversteen.     

Oplossingen voor het klimaatprobleem zijn genoegzaam bekend, maar wie een tuin heeft kan nog iets extra's doen namelijk olivijn als verhardingsmateriaal toepassen. Olivijn is een steensoort die algemeen in berggebieden voorkomt en als bijzondere eigenschap heeft dat het CO2 uit de lucht bindt. De opnamecapaciteit neemt sterk toe naarmate deze steen in fijnere stukken wordt verdeeld/vergruisd en vooral in contact met water en plantenwortels neemt het bufferend vermogen toe. Een bijkomend voordeel is dat olivijn wordt omgezet in kalkachtige producten, goed tegen de bodemverzuring. Toepassing in de tuin als halfverharding, als dakbedekking (sedumdak) of als rotstuin is zowel fraai als milieuvriendelijk. Goede voorbeelden zijn de Botanische Tuinen van Utrecht en de Tuinen van Appeltern. Hier is olivijn toegepast als halfverharding en om de bodem doorlatender te maken. Andere toepassingen betreffen het verhogen van de pH in de bodem of van de composthoop door verwerking van olivijnzand. Ook bij een magnesiumtekort bij planten (geelverkleuring van nerven) kan dit zand worden gebruikt als meststof.

De vijgenboom als kuipplant.              

Wie een vijg aanschaft haalt een plant in de tuin met een mediterrane uitstraling, maar het zal de tuinier vooral te doen zijn om de vruchten. Bijkomende voordelen van de vijg zijn de winterbestendigheid en de mogelijkheid om een vijg in een kuip op het terras te houden. Voorwaarde is wel dat de kuip niet te klein is, zodat wortels niet tegen de kuipwand liggen. In een vierkante kuip van 50x50x50 zal de vijg uitgroeien tot een struik van ca. twee meter breed en hoog. Het aanbrengen van een isolatie tegen bevriezing is een goede maatregel. Ook moet de kuip goed draineren, er mag geen water in blijven staan.  Verder leert de ervaring dat een vijg in een kuip vaak meer vruchten draagt als in de volle grond. De beperkte groeiruimte bevordert namelijk de bloei. Wat de bemesting betreft moet spaarzaam worden bemest met stikstofhoudende meststoffen, gebruik liever meststoffen met meer kalium en fosfaat en mest niet door tot diep in de herfst maar stop ermee in de zomer. Bij de vijg is vormsnoei belangrijk, namelijk het snoeien van de struik in een platte vorm. Hier kan de zon maximaal alle takken bereiken. Ook is deze vorm gemakkelijk te beschermen bij strenge vorst. Op deze wijze behandeld, kan een vijg een mensenleeftijd plezier opleveren.